Afgelopen twee dagen heb ik mijn volgers op mijn instagrampagina @bijt.wijs gevraagd of zij nog onduidelijkheden hebben omtrent voeding of verpakkingen. Omdat ik veel goede vragen kreeg die ik uitgebreid wilde behandelen, heb ik besloten er een blog over te maken. In deze blog behandel ik verschillende vragen vanuit mijn visie en kennis. Neem een kijkje, en ontdek of jij er misschien ook wat van kan leren! Wil je er 100% voor gaan, en aan de slag willen met jouw persoonlijke voedingsplan? Klik dan hier. Mocht je een andere vraag over voeding hebben die je hieronder niet kan vinden, kan je me altijd een berichtje sturen via mijn mail, instagram of facebook. Van jouw vragen kunnen anderen weer leren.
1. Waarom zorgen koolhydraatarme diëten dat je afvalt en daarna snel aankomt?
Afvallen kan alleen als je minder energie binnenkrijgt dan dat je verbrand. Dat principe is simpel, en wetenschappelijk bewezen. Eigenlijk maakt het dan ook helemaal niet uit welk type dieet je volgt, het principe is altijd het zelfde, of je nou personal body plan volgt, skinnyminds of myfoodcoach. Minder eten dan dat je verbrandt, en je valt af. Het ‘probleem’ bij veel diëten is echter dat je veel te weinig eet. Hierdoor val je in korte tijd heel veel af. Maar of dit duurzaam is betwijfel ik heel erg.
Koolhydraatarm eten heeft nog een reden waarom het afvallen zo snel gaat. Koolhydraten worden opgeslagen in het lichaam (vooral in de spieren) om je lichaam (vooral je spieren) van energie te voorzien. Energie die je nodig hebt om te bewegen, maar ook om na te denken. Koolhydraten zijn de belangrijkste bron voor de hersenen om goed te functioneren. Koolhydraten kunnen niet op zichzelf worden opgeslagen. Hiervoor is ook vocht nodig. Je kunt het zien dat de koolhydraten in water zijn opgelost, en wanneer je ze nodig hebt komen ze vrij.
Wanneer jij je lichaam voor een langere periode geen koolhydraten geeft, gaat je lichaam jouw opgeslagen voorraad gebruiken om energie op te wekken. Wanneer je opgeslagen koolhydraten afnemen, neemt ook de hoeveelheid vocht af. En dit heeft een heel groot effect op je weegschaal. Je zult zien dat je de eerste periode van het afvallen met een koolhydraatarm dieet ook heel snel afvalt (je verliest veel vocht), en dat het daarna ook minder snel gaat. Wanneer je koolhydraatarm eet, en minder energie dan dat je nodig hebt (zoals uitgelegd in de eerste zin), blijf je afvallen. Maar wanneer jij koolhydraatarm eet, maar meer energie dan dat je verbruikt, kom je aan.
Wanneer je weer koolhydraten gaat eten, gaat je lichaam deze weer opslaan. Je slaat ook weer vocht op, waardoor je gewicht op de weegschaal ook weer stijgt. Bovendien is koolhydraatarm eten ontzettend lastig vol te houden. Ik kan me voorstellen dat je na een periode van streng diëten ontzettend veel trek en drang hebt ik producten met koolhydraten. Hierdoor kan je snel weer meer energie eten dan dat je lichaam verbruikt, waardoor je verloren kilo’s er snel weer aankomen.
Het is belangrijk een manier van eten te vinden die bij jou past, en die jij volhoudt. De strekking van afvallen blijft altijd dat je minder moet eten dan dat je verbruikt. Hoe je dat invult, moet bij jouw wensen passen. Wil je hulp bij het afvallen, en aan de slag met jouw eigen persoonlijke voedingsplan? Neem dan even hier een kijkje en ontdek wat ik voor je kan betekenen.
2. Hoe (on)gezond is het (dagelijks) eten van vlees?
Steeds meer mensen kiezen ervoor om minder vlees te eten. Zij doen dit ofwel voor het milieu, ofwel voor de eigen gezondheid. Mijn standpunt in deze is dan ook eigenlijk vrij simpel. Doe waar jij je goed bij voelt. Ik vind vlees op zichzelf geen ongezonde keuze. Houd alleen rekening met het type vlees (ga voor een magere variant) en de hoeveelheid (de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vlees wordt al heel snel overschreden).
Mijn visie is dat je altijd zo gevarieerd mogelijk moet eten. Hoe gevarieerder je eet, hoe meer verschillende soorten voedingsstoffen je binnen krijgt. Zou ik dus iedere dag vlees eten? Nee. Zou ik iedere dag vegetarisch eten? Nee ook niet. Ik zou een balans vinden waar jij je goed bij voelt. Wil je precies weten wat goed voor jouw behoefte is? Doe dan de gratis intake en ontdek wat ik voor je kan betekenen.
3. Wanneer is iets nou goed of slecht vet?
Onverzadigde vetten zijn de gezonde vetten. Verzadigde vetten de verkeerde. Het verschil tussen beiden zit in de moleculaire structuur. Dus uit welke stofjes en verbindingen de vetten zijn opgebouwd. De verbinding bepaald ook hoe het vet eruit ziet. Dit maakt dat de onverzadigde vetten vloeibaar van structuur zijn. Dit zijn dus bijvoorbeeld plantaardig oliën en vloeibare bak-en-braad producten. Verzadigde vetten zijn daarentegen hard van structuur. Deze harde structuur is erg fijn voor fabrikanten als zij een product maken. Dit type vet maakt bijvoorbeeld je koek lekker smeuïg. Onthoud dat het onmogelijk is om verzadigde vetten te vermijden in je voeding. Ze zitten namelijk overal in. Wat je wil is ze zoveel mogelijk beperken. Dit kan je bereiken door vaker te kiezen om te bakken in de goede, onverzadigde vetten en producten met veel verzadigde vetten zoveel mogelijk te vermijden.
4. Waar moet je op letten als je een gezondere keuze wil maken?
Wat een gezonde keuze is is voor iedereen verschillend. Iedereen heeft zijn eigen behoeften, doelen en wensen. Dit vind ik dus een heel lastige vraag zo te beantwoorden. We zouden er dan dieper in moeten duiken om te kijken wat jouw doelen zijn en waar jij je goed bij voelt. Waar je uiteraard wel altijd op kunt letten is of je niet teveel suiker, zout en verzadigd vet eet. Bij iedere voedingskeuze die je maakt kun je deze drie zoveel mogelijk beperken. Aan de slag met jouw persoonlijke voedingsplan? Doe hier de gratis intake.
5. Beter producten met goede vetten of juist de magere variant?
Net als mijn antwoord op de vorige vraag vind ik deze vraag ook lastig te beantwoorden in deze context. Dit hangt af van je doelen, wensen en behoeften. Wil jij afvallen en wil je in dit product ‘bezuinigen’ op je kcal? Kies dan voor mager. Wil je juist aankomen en vind je het lastig om meer kcal binnen te krijgen? Kies dan voor de variant met meer kcal en de goede vetten. Dit is een persoonlijk advies waarvoor ik de persoon zelf en zijn/haar doelen beter moet leren kennen voor een passend advies.
6. Is de dooier van een ei nu gezond of niet?
De dooier van een ei bevat veel eiwitten, onverzadigde vetten, vitaminen, mineralen en energie. Vind ik een eidooier op zichzelf ongezond? Nee. Er zitten stoffen in die je lichaam nodig heeft. Eet dus gerust het eigeel ook op als je een eitje eet. Wil je op je kcal letten, dan kan je ervoor kiezen enkel het eiwit te eten. Eet er gewoon niet teveel. Maar dat geldt voor ieder product.
7. Volkoren producten als crackers. Wat is een gezonde optie en hoe zie je dat?
Volkoren is altijd de beste optie als je kiest voor graanproducten. Volkoren betekent dat de hele korrel is gebruikt en dat heeft als gevolg dat een volkoren product meer vezels heeft. Vezels zijn belangrijk voor je buik. Omdat consumenten zich bewust zijn van ‘volkoren’ spelen fabrikanten hier handig op in, door het op veel producten te vermelden, zonder dat het echt 100% volkoren is. Ze mogen er bijvoorbeeld volkoren op zetten, als er volkoren meel maar ook witte meel is gebruikt. Hoe onderscheid je de goede van de ‘slechte’? Kijk op de ingrediëntenlijst en check of het woord ‘volkoren’ voor ieder gebruikte graan/meel/bloem is vermeld. Kijk dus niet enkel op de voorkant van een verpakking, maar check de ingrediëntenlijst.
8. Hoe kan het dat voorgestoomde rijst veel minder koolhydraten bevat dan gewone rijst?
Waarschijnlijk bedoel je dat doorgestoomde rijst per 100 gram product minder koolhydraten bevat ten opzichte van gewone rijst. Dit komt omdat er een verschil in volume is tussen beiden. De gestoomde rijst heeft tijdens het garen vocht opgenomen. Deze rijst is dus zwaarder geworden doordat het water heeft opgenomen. Water bevat geen calorieën of koolhydraten, maar verzwaard de rijst wel. Je hebt dus minder rijstkorrels nodig om aan een gewicht van 100 gram te komen. Minder rijstkorrels, betekent vanzelfsprekend minder koolhydraten. De rijst is hetzelfde, alleen is het volume dus anders.
9. Waar kan ik het beste in bakken en hoe tel ik die kcal op bij wat ik eet?
Je kunt het beste bakken in vloeibare oliën of bak-en-braadproducten. Vloeibaar vet betekent dat het veel onverzadigde vetzuren bevat. Dit zijn de gezonde vetten. Als een vet hard is, denk aan roomboter of kokosolie, bevat het veel verzadigde vetten. Dit zijn de verkeerde vetten. Probeer dus altijd te kiezen voor een vloeibare olie of bak-en-braadproduct (uit een fles). Niet alle oliën zijn geschikt om op hele hoge temperatuur te worden verhit. De oliën die ik zou adviseren om in te bakken zijn gewone olijfolie, zonnebloemolie, arachideolie of maïsolie. En dus de gewone vloeibare bak-en-braadflessen uit een fles in de supermarkt.
Om te berekenen hoeveel kcal het bak-vet je geeft is er maar een manier. Je zal de hoeveelheid moeten afwegen. Zet de fles op je keukenweegschaaltje. Zet deze met de fles erop op 0. Gebruik de olie. Zet de fles terug op de keukenweegschaal en je ziet hoeveel je hebt gebruikt. Je kunt er ook voor kiezen je pan op de keukenweegschaal te zetten en de hoeveelheid vet die je erin doet op die manier afwegen. De afgewogen hoeveelheid kan je invullen in de app die je eventueel gebruikt of hoe je je kcal ook bij houdt.
10. Wat zijn sommige ingrediënten nou eigenlijk echt? Zuurteregelaar? Emulgator?
Als producten in de fabriek worden gemaakt worden er veel stoffen toegevoegd om het product de perfecte structuur, geur, smaak, houdbaarheid en prijs mee te geven.
- Van de eerste drie kun je je wel bedanken dat het essentieel is. Als een product lekker is en proeft, koopt de consument het erna nog eens.
- Je kunt je misschien ook voorstellen dat de fabrikant een product zo lang mogelijk in de schappen wil hebben liggen, zonder de hele tijd opnieuw te moeten fabriceren. Een goede houdbaarheid is essentieel.
- Hoe lager de prijs, hoe eerder de consument het product wil kopen. Door bijvoorbeeld extra water toe te voegen, is het mogelijk de prijs te drukken. Water kun je niet gewoon toevoegen, er zal toch een stofje moeten worden toegevoegd om de smaak/structuur van het water te verdoezelen.
Alle stofjes die je op de verpakking ziet staan, zoals de zuurteregelaar en emulgator, zijn stofjes die bovenstaande mogelijk maken. Het zou een eindeloze lijst zijn als ik ieder stofje aan zou halen, maar ik hoop dat het op deze manier ook een beetje duidelijk is voor je.
11. Alle benamingen voor suiker?
Suiker is een stof die vaak aan voedingsmiddelen wordt toegevoegd om 1. Smaak te geven, 2. Kosten te drukken, 3. De juiste structuur te geven. Omdat suiker niet echt een heel lekker imago heeft, worden er soms andere vergelijkbare stoffen toegevoegd. Ik vond een heel goed stukje online over de schuilnamen van suiker op de site van het diabetesfonds. Je leest het artikel met de 50 (!) schuilnamen van suiker via deze link: https://www.diabetesfonds.nl/minder-suiker/tips/hoe-suiker-herkennen
Ik hoop dat je wat aan deze opheldering van onduidelijkheden hebt gehad! Als je op zoek bent naar persoonlijk advies omtrent je voedingspatroon, raad ik je aan de gratis intake in te vullen. Dat kan hier.
Liefs, Camella